2. CON – Dr. Jet Quarles van Ufford, Radioloog, Haaglanden MC

Presentatie

Weggaan is een beetje sterven is de stelling. Dat vraagt om een pre-mortem analyse! Hierbij bedenk je van tevoren de zwartste scenario’s, om hier vooraf op te anticiperen: “Wat moet er gebeuren om dit op een totale catastrofe te laten uitlopen?”

Pre-mortem na afsplitsing van de IR:
– De IR neemt een enorme vlucht: zowel het aantal als de diversiteit aan behandelingen blijft toenemen. Net als de vraag om uitbreiding van capaciteit. Specialismen wiens behandeltechnieken door deze, voor de patiënten prachtige, ontwikkeling minder toegepast worden staan met belangstelling klaar om deze snel toenemende vraag te helpen opvangen. Deze patiënten vallen onder hun specialisme en de IR kan de sterk groeiende vraag niet/nauwelijks opvangen.
– Ondertussen werkt de IR als hoofdbehandelaar/regiehouder: Poli’s worden gedraaid en er wordt visite gelopen bij eigen patiënten op de verpleegafdeling. De IR heeft zich losgemaakt van de radiologie en daarmee van de organisatie van de radiologie afdeling, opleiding en capaciteitsplanning. De aanvragen voor diagnostiek ter voorbereiding van een interventie concurreert met aanvragen van collega specialismen.
– Hieruit volgend neemt de battle met collega specialismen om capaciteit venijnige vormen aan: Steeds meer specialismen hebben naast meer initiële diagnostiek ook meer tijd nodig op de HOK, interventiekamers en modaliteiten. RFA’s gebeuren inmiddels door chirurgen, net als CT-geleide RFA’s en biopten. Ook urologen hebben zich beeldgestuurde behandelingen eigen gemaakt en steeds meer neurochirurgen bieden beeldgestuurde behandeling van AVMs en intra-craniële aneurymata aan. Het heet niet voor niets “opereren zonder snijden” is het motto! De snel toenemende mogelijkheden van de IR is voor patiënten een prachtige ontwikkeling, waarbij het inspringen door collega specialismen mogelijk maakt dat de toenemende vraag naar beeldgestuurde behandelingen kan worden opgevangen. Voor opleiding gaan deze specialismen naar het buitenland voor een jaartje, en dan “kunnen” ze het, althans goed genoeg om de toenemende vraag in de praktijk te kunnen gaan beantwoorden.
– De trend waarbij de IR als behandeling wordt ingebed binnen andere specialismen zet door en de laatste nog bestaande interventieradiologen worden langzaamaan opgenomen binnen de snijdende specialismen. Afsplitsen van interventieradiologie van de radiologie blijkt het startpunt te zijn geweest van totale opheffing.

Hoe kan het ook:
Juist in deze tijd van schaarste wordt veel van ons als radiologen en verenigingen gevraagd. Zowel in de patiëntenzorg, als aan de beleidstafels waarbij wij als NVvR actief vertegenwoordigd zijn. Ook op het gebied van de IR. Door strakke en dankzij samenwerking van het NVvR bestuur en bureau lukt het alle ballen in de lucht te houden en zien wij tegelijkertijd hoe dat voor kleinere verenigingen een continue struggle is. Naast het opvangen van onverwachte vraagstukken werkt de NVvR aan de uitvoering van de strategische visie ’21-’30, vanuit de 4 basisrollen (het ABCD). De B staat voor behandelaar en is met name van toepassing op de IR. Vanuit de CvB wordt met het NVIR bestuur gewerkt aan de leidraad hoofdbehandelaarschap, zoals te lezen in “Grenzen aan de zorg (deel II)” in de Memorad van september jl. Toen de NZa besloot om per 2016 zorgactiviteiten voor interventies onder te brengen in de DBC’s van poortspecialismen, zijn dankzij de CvB/NVvR de eigen DBC’s interventieradiologie behouden. Met richtlijnen en een registratiewijzer Interventieradiologie vanuit de CvB worden handreikingen geboden in de ziekenhuizen om de IR als een specialist met een poortfunctie invulling te geven. De praktijk is daarin wel wat weerbarstiger, omdat de zorgactiviteiten dan uit de DBC-zorgtrajecten van behandelend specialismen moeten worden gehaald (= budgetverlies) en de administraties van ziekenhuizen dit vaak ook nog complex vinden, tenzij het leidt tot (financiële) voordelen in de afspraken tussen ziekenhuis en zorgverzekeraar. De vraag is of het je dit als aparte/afgesplitste IR in de ziekenhuizen en MSB’s liever alleen zou willen “bevechten” of in gezamenlijkheid met de collega-radiologen en vanuit de radiologie als geheel.

Daarnaast zijn veel meer parallellen te trekken waarin gezamenlijk optrekken meer slagkracht zal bieden. Zo is de diagnostische radiologie net zo goed bezig zich als een klinisch specialisme te manifesteren, in de rol van poort-/brugwachter tussen 1e en 2e lijn (zoals bij de mammapoli, wegkijken fractuurvraagstellingen door de huisarts, enz).

Tijd om in Nederland de discussie te voeren hoe als radiologen, zowel als diagnostisch radioloog als IR, verder te kunnen ontwikkelen tot volwaardig klinisch specialisme en daar ons gezamenlijk voor in te zetten!

  • Plenaire zaal

    IR en diagnostische radiologie: partir c’est mourir un peu? 

    Datum: 10 jan 2025Tijd: 14:00 - 14:20 CET
    PRO / CON